Skip to main content
Blog

Zhuang Zi en de vlinder

By 30 april 2021juli 29th, 2022No Comments

Blog

Zhuang Zi en de vlinder

30 april 2021

In zijn boek “The Order of Time” beschrijft Carlo Rovelli dat een universele tijd niet bestaat en legt ook uit waarom dit zo is volgens de speciale relativiteitstheorie van Einstein. Hij laat zien dat ieder van ons zijn of haar eigen tijd creëert. De tijd loopt sneller voor iemand die zich op 3500 meter hoogte in de bergen bevindt, dan voor iemand in de polder, onder zeespiegelniveau. Elke hoogte tussen deze 3500 meter en het zeespiegelniveau heeft zijn eigen, specifieke tijd.

Dit is een natuurkundig gegeven. Tijd ontstaat als een emergente eigenschap, wanneer warmte zich verplaatst naar een koelere plek. Tijd is dus geen altijd en overal aanwezige grootheid in ons universum. Ons universum is een continu en onophoudelijk veranderingsproces. In het taoïstisch wereldbeeld noemen we dit Tao. En deze Tao of dit continu veranderingsproces wordt bepaald door onafhankelijke delen, die in de taoïstische filosofie De worden genoemd.

Tao wordt bepaald door De, maar de De zijn niet de delen van het geheel, de Tao. De zijn universa op zichzelf. En Tao wordt altijd geïnterpreteerd vanuit een specifiek proces. Het taoïsme veronderstelt dan ook geen universum of een tijd. Binnen dit wereldbeeld bestaat er geen verschil tussen wat er is of hoe het is. Er is geen onderscheid tussen vorm en inhoud. Er is geen zijn dat ten grondslag ligt aan het worden. Of zoals de taoïstische denker Yuan Minqi het formuleert:

Het lichaam is geen geest,
de geest is geen lichaam.
Het lichaam is geest,
de geest is lichaam.
Er is geen lichaam,
er is geen geest.
Er is geen schepping,
er is geen schepper.
De schepping is de schepper,
de schepper is de schepping.

De, de onafhankelijke delen, zijn universa op zichzelf, zowel in wat ze zijn als ook in hoe ze zijn. Ze zijn een eigen creatieve bron. De Tao is als een veld waarin De verschillende perspectieven zijn. Elk perspectief op zichzelf beschrijft een volledig universum.

In de westerse filosofie herkennen we hier Nietzsche ’s idee van de “wil-tot-macht”, waarbij hij ervan uitgaat dat er oneindig veel perspectieven zijn die zich bewegen in een dynamisch continuüm. Elk perspectief op zichzelf bepaalt zelf de voorwaarden waartoe het zich verhoudt tot andere perspectieven. Het is daarom volledig vrij. En is de vraag naar vrije wil, net als in het taoïsme, niet relevant. Elk perspectief is zo vrij als het zichzelf toe laat. Maar voor een ander perspectief is het volledig gedetermineerd. Daarom begint de Tao De Jing in hoofdstuk 1 met de regel: “De Tao waarover men spreekt is niet de ware Tao”.

Nietzsche schrijft in zijn boek “Also sprach Zarathoestra”: “’Dit nu is mijn weg, waar is die van jullie?’ zo luidde mijn antwoord aan hen die vroegen “naar de weg”. Want dé weg, die is er niet!”

“Eens op een dag droomde ik, Zhuang Zi, dat ik een vlinder was, een vlinder die fladderend rondvloog, tevreden met zichzelf, en zich niet bewust dat hij mij was. Plotseling werd ik wakker en begon ik me er rekenschap van te geven dat ik nog altijd Zhuang Zi was. Nu is het de vraag of ik Zhuang Zi ben die droomde dat hij een vlinder was, ofwel een vlinder die droomde dat hij mij was’.

Beide werkelijkheden, van de vlinder en van Zhuang Zi, zijn realiteiten. Niet alleen in de filosofie van Nietzsche en het taoïsme, maar ook in de natuurkunde van Albert Einstein, Carlo Rovelli, Stephen Hawking, Roger Penrose en klassieke tekst Huai Nan Zi.

Mocht je je verder willen verdiepen dan kan ik je de publicaties van Daan Oostveen ten zeerste aanraden. Hij heeft prachtig geschreven over de vergelijking tussen Nietzsche en het taoïsme. En natuurlijk de geweldige vertaling van de Zhuang Zi van Kristofer Schipper. Het boek van Carlo Rovelli “The Order of Time” en “The Nature of Space and Time” van Stephen Hawking en Roger Penrose.